Bij spoed: 112
Geen spoed: 0900-8844

Fenomeenbeeld geweld: minder liquidaties, meer aanslagen

Het aantal liquidaties in ons land neemt af en plegers ervan worden niet steeds jonger; aanslagen met explosieven nemen juist toe, maar hebben minder vaak een criminele achtergrond dan tot nu toe werd gedacht. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het fenomeenbeeld ‘Geweld van de georganiseerde misdaad in beeld’.

Afzetting met politielint

Onderzoekers van de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX) en de Eenheid Opsporing en Interventies (LO), analyseerden geweld in het criminele milieu en aanslagen met explosieven in de periode 2016 - 2023.

Moord en doodslag

Van 2016 tot en met 2023 vonden in ons land 141 gevallen plaats van moord en doodslag in het criminele milieu (op een totaal van 965 levensdelicten). In minder dan de helft was sprake van een vooropgezet moordplan en daarmee – aldus de onderzoekers – van een liquidatie. De cijfers laten een dalende lijn zien: het aantal nam af tot 13 in 2023, waarvan 3 liquidaties.
De cocaïnemarkt is de meest gewelddadige: ruim de helft van de levensdelicten in het criminele milieu hing daarmee samen.

‘Eigen kamp’

Het viel de onderzoekers op dat de opdracht voor liquidaties vaker uit het ‘eigen kamp’ komt dan uit een ‘vijandig kamp’. De meest voorkomende motieven om iemand uit het ‘eigen kamp’ te liquideren zijn wanprestatie, diefstal of praten met bijvoorbeeld politie en justitie. 'Het overheersende beeld dat vooral tegenstrevers in het milieu elkaar uit de weg ruimen verdient dus correctie: het gevaar komt vaker van binnen dan van buiten het eigen criminele netwerk', zeggen de onderzoekers.

Impact

Hoewel het aantal liquidaties sterk is afgenomen, blijft de maatschappelijke impact ervan vaak groot. Vooral als het gaat om de liquidatie van publieke figuren. In de afgelopen jaren zagen de onderzoekers een verbreding van het geweld naar personen buiten de criminele kring. Voorbeelden zijn de moorden rond het Marengoproces, waarbij de broer van de kroongetuige, advocaat Derk Wiersum en misdaadjournalist Peter R. de Vries om het leven kwamen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat schutters niet steeds jonger zijn. De onderzoekers zien dat de gemiddelde leeftijd van daders in de onderzochte periode weliswaar af nam, maar dat dit wordt veroorzaakt door een afname van oudere daders. Zo was in 2017 de oudste schutter 50 jaar, terwijl dat in 2023 30 jaar was.

Uit een andere, recent verschenen publicatie van de onderzoekers bleek al dat daders van liquidaties meestal een uitgebreide criminele staat van dienst hebben.

Aanslagen

De onderzoekers bestudeerden ook aanslagen met explosieven. Het aantal aanslagen in ons land neemt sinds 2021 in hoog tempo toe. Van 212 in 2021 tot 1017 in 2023. Meer dan zeventig procent van de incidenten vond plaats in de Randstad en ruim een derde in de steden Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. De stijging van het aantal aanslagen lijkt dit jaar door te zetten.
Anders dan tot nu toe werd gedacht, stellen de onderzoekers dat een aanzienlijk deel van de aanslagen geen verband houdt met criminele activiteiten. “Op basis van de onderzochte incidenten in 2023 is naar schatting bij ruim de helft sprake van ‘huis-tuin-en-keuken-conflicten’ tussen niet-criminele burgers. Vaak gaat het om conflicten in de relationele sfeer.”

Cobra’s

Bij ongeveer 80 procent van de aanslagen maakten daders gebruik van zwaar, illegaal vuurwerk gevuld met flitspoeder. Het gaat vrijwel altijd om zogenoemde bangers, vaak van het merk Cobra. Dit vuurwerk heeft de kracht van een militaire springstof zoals TNT en heeft verwoestende effecten. Zeker als het wordt gebruikt in combinatie met brandstof.

De ruime beschikbaarheid én de lage prijs van dit soort vuurwerk speelt een grote rol bij de populariteit van het product, stellen de onderzoekers. Zij vermoeden dat ook de vuurwerkcultuur in ons land daaraan bijdraagt. 'In andere landen zien we dit fenomeen niet in deze mate. Alleen in Duitsland is het aantal aanslagen getalsmatig enigszins vergelijkbaar. Maar daar is bijna 60 procent politiek gemotiveerd. Bovendien heeft het land veel meer inwoners dan Nederland.'

Slachtoffers

Dat in de onderzochte periode geen dodelijke slachtoffers vielen, noemen de onderzoekers ‘een klein wonder’. In 2024 kwam de dader van een aanslag om het leven toen hij een explosief plaatste. Volgens de onderzoekers is het een kwestie van tijd tot er meer slachtoffers vallen: 'Het scheelt dat de meeste aanslagen ‘s nachts worden gepleegd en vooral intimidatie tot doel hebben, want de gevaarzetting bij dit soort incidenten is echt enorm. Daarnaast leveren ook de handel in dit soort vuurwerk en het transport en de opslag ervan grote risico’s op.'

Repressie

Volgens de onderzoekers is bij de aanpak van het onderzochte geweld meer nodig dan repressie door politie en justitie. 'Er is voortdurende aanwas van jongeren die bereid zijn gewelddadige klussen uit te voeren of mogelijk te maken. Ze plegen bijvoorbeeld aanslagen of verlenen hand- en spandiensten bij liquidaties. Daarnaast blijkt dat vooral niet criminele burgers persoonlijke conflicten uitvechten door vuurwerkexplosieven tegen elkaar te gebruiken. Wat ons betreft is sprake van een maatschappelijk probleem. Bij de aanpak daarvan hebben ook maatschappelijke partners een taak en verantwoordelijkheid.'

Aanpak

Programmamanager High Impact Crime Jos van der Stap sluit zich bij die boodschap aan: 'We hebben als politie een belangrijke rol in het opsporen van daders en opdrachtgevers van aanslagen, maar ook van handelaren in illegaal vuurwerk en mensen die het bezitten. Maar er ligt óók een maatschappelijke opgave om het probleem bij de kern aan te pakken.'

'Het vuurwerk dat hier wordt gebruikt, wordt elders legaal geproduceerd. Via illegale handelsstromen komt het naar ons land en in handen van particulieren. We werken daarom aan het aan banden leggen van de internationale illegale vuurwerkhandel en aan passende vuurwerkwetgeving op Europees niveau. Maar er is meer nodig', aldus Van der Stap. 'Andere instanties dan de politie, zoals gemeenten, kunnen een belangrijke rol spelen in preventie.  Samen met bijvoorbeeld scholen en sportclubs. Daarnaast is het noodzakelijk dat socialemedia-bedrijven in actie komen om illegale activiteiten op hun platforms te stoppen. En wat ook het overwegen waard is: de schade civielrechtelijk verhalen op de daders. In het geval van minderjarigen op hun ouders.'

Van der Stap is vanuit de politie betrokken bij het strategisch offensief in oprichting: 'Dat gaat zich richten op het terugdringen van geweld. Er is sterk behoefte aan minder ‘korte lontjes’ in de samenleving. Dit onderzoek benadrukt dat eens te meer.'

Over het onderzoek

Het fenomeenbeeld ‘Geweld van de georganiseerde misdaad in beeld’ is uitgevoerd door onderzoekers Frank Boerman, Ewout Stoffers en Danijel Tadic van de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX) en de Eenheid Opsporing en Interventies (LO). Het is onderdeel van een reeks fenomeenonderzoeken naar de verschillende landelijk geprioriteerde veiligheidsthema’s van de politie: drugs, mensenhandel, milieucriminaliteit en online fraude. Deze fenomeenonderzoeken helpen de politie bij het maken van strategische keuzes.