Direct naar de inhoud

Woo-documenten Eenheid Limburg

Videobeelden van de overtreding/gedraging

Soms wordt verzocht om openbaarmaking van de videobeelden van de overtreding/ gedraging die in het verkeer is gemaakt.

De videobeelden van de overtreding worden niet verstrekt en wel om de navolgende redenen.

De videobeelden zijn bedoeld ter identificatie van de bestuurders / kentekenhouders die vermeende snelheidsovertredingen hebben gepleegd. Een verzoek om kennisneming van die videobeelden wordt afgewezen omdat het onthouden van kennisneming noodzakelijk is in het belang van de goede uitvoering van de politietaak. De videobeelden worden niet openbaar gemaakt, omdat het belang van de opsporing, vervolging en vervolging van strafbare feiten en/of het belang van de inspectie, controle en toezicht door de politie alsmede het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer bij videobeelden van verkeersovertredingen zwaarder wegen dan het belang van openbaarmaking. De openbaarmaking van de videobeelden wordt geweigerd.

Op een gedeelte van de videobeelden zijn personen - waaronder ambtenaren van politie - in beeld. Met die videobeelden kan de identiteit van de verbalisant(en) en andere natuurlijke personen bekend worden. Het verstrekken van informatie blijft achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking in de zin van de Wob. De politie is niet gehouden om van ieder afzonderlijk videobeeld te bezien om te beoordelen of personen daarop zichtbaar zijn. Van de politie kan niet worden gevergd dat per afzonderlijk videobeeld wordt bezien of het zodanig kan worden bewerkt dat de persoonlijke levenssfeer niet meer aan verstrekking ervan in de weg staat. Daarnaast speelt ook het belang van de goede uitvoering van de politietaak. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat een bewerking - die een grote inspanning vergt - zodanig ingrijpend is, dat deze in feite slechts kan worden uitgevoerd door van de videobeelden nieuwe videobeelden te maken. Onder verwijzing naar vaste jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 maart 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AS8433) geeft de Wob slechts recht op informatie voor zover deze is neergelegd in documenten en verplicht de Wob niet tot het vergaren van informatie dan wel het bewerken of opstellen van documenten. Delen van de videobeelden waarop personen te zien zijn, zijn nauw verweven met hetgeen overigens op de videobeelden te zien is. Om die reden ziet de politie ook af van openbaarmaking door middel van afdrukken van stills. Met betrekking tot de videobeelden weegt het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder dan het belang van openbaarmaking. De foto's van verkeersovertredingen kunnen worden aangemerkt als de bestuurder / kentekenhouder betreffende politiegegevens in de zin van artikel 25, eerste lid, van de Wet politiegegevens (Wpg) en kunnen enkel aan de verkeersovertreder of diens gemachtigde worden verstrekt.

Bovendien maken de videobeelden inzichtelijk welke locaties, gedragingen en bewegingen door de politie in beeld zijn gebracht en op welke locaties welke politie-inzet plaatsvond. Verder geven de videobeelden inzicht in de wijze waarop de politie onder onderscheiden omstandigheden is opgetreden. De videobeelden geven derhalve inzicht in de tactiek en werkwijze van de politie. Openbaarmaking van deze videobeelden kan toekomstig optreden van de politie bemoeilijken.

Ook zijn op de videobeelden voortdurend bewegingen en gedragingen van voertuigen te zien. Deze voertuigen zijn zichtbaar en het kenteken is leesbaar. Deze worden voortdurend duidelijk herkenbaar in beeld zijn gebracht en de videobeelden inzicht bieden in werkmethoden van de politie, waarvan het bekend worden politieoptreden in de toekomst kan bemoeilijken. Na een eventuele zodanig anonimisering van de videobeelden en met inachtneming van de waarborgen van de hierboven genoemde belangen, bevatten deze geen relevante informatie meer die de openbaarmaking nog zinvol zou maken.

De verzoeken om kennisneming van de videobeelden van de overtreding/ gedraging die in het verkeer zijn gemaakt worden afgewend, omdat gelet op artikel 27, eerste lid, aanhef en onder a van de Wpg het onthouden van kennisneming noodzakelijk is in het belang van de goede uitvoering van de politietaak. De openbaarmaking van deze videobeelden wordt op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, d en e, van de Wob geweigerd (ABRvS 19 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY6779).

Voor meer informatie:

-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY6779

-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van State van 21 december 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU8863

-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 februari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL1844.

-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 januari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BK8363.