Blog: Kleine sheriff
Er komt een melding binnen van een grote aanrijding met meerdere gewonden in een tunnel. Veel verkeer staat vast. De brandweer heeft besloten een groot gedeelte van de niet-zwaargewonden te evacueren. Met een groep politiestudenten hebben wij de taak om op het politiebureau de opvang te organiseren.

Niemand van ons weet wat we kunnen verwachten. De jonge collega’s weten zich nog moeilijk een houding te geven. De spanning is voelbaar, omdat ze tegelijkertijd wel horen wat er allemaal gebeurt en dat er een behoorlijk transport van mensen onderweg is. Niemand durft zich nog een idee te vormen van wat er gaat komen. Het duurt en duurt. Ik hoor iemand zeggen dat de groep mensen misschien naar een ander bureau zijn gebracht. Er wordt een beetje zenuwachtig gelachen.
Er komt een signaal dat de eerste auto is gearriveerd. Vijf collega’s rennen naar de voordeur van het bureau. Ik ga er achteraan. Ik zie dat ze plots schrikken. Een beer van een collega draagt in zijn armen een klein jongetje dat hevig om mama en papa aan het schreeuwen is. Ik zie het ze bijna denken: “Natuurlijk, er kunnen ook kinderen bij betrokken zijn.” Die schrik maakt meteen plaats voor daadkracht. Het jongetje wordt overgenomen, getroost en mee naar binnen genomen. Snel daarna komen er steeds meer slachtoffers binnen. Er is veel verdriet. Mensen huilen en zijn onzeker over wat ze hebben meegemaakt en hoe het nu verder moet. Dat is ook het vervelende met een ongeval in een tunnel: als je kan lopen, moet je er snel uit. Wij hebben nog geen antwoorden. Wat wij wel hebben is een liefdevol, luisterend oor.
Ik kijk naar mijn jonge collega’s en ben trots. Ik zie hoe goed ze met elkaar communiceren en taken verdelen. Ze proberen iedereen aandacht te geven. Handen worden vastgehouden. Er worden zelfs nog lichtgewonden behandeld door gearriveerde verpleegkundigen.
In één van die ambulances komt de moeder van het jongetje. Hij loopt ondertussen met een collega mee en mag bekertjes water tappen. Trots laat hij zien dat hij, als een kleine sheriff, de politie helpt.
Langzamerhand worden steeds meer mensen opgehaald door familie. Ik zie dat de vertrekkende mensen ook echt afscheid nemen van de collega’s.
Uiteindelijk zijn we weer onder elkaar en bespreken de avond en nacht. Iedereen heeft het gevoel dat we samen ook echt het verschil hebben kunnen maken. Dat komt natuurlijk ook door onze kleine vriend.