Herken ontsporende jongere tijdig
Tijdens het tweejaarlijkse debat Rechtsstaatpoort met leden van de Tweede Kamer in Nieuwspoort vroeg korpschef Henk van Essen aandacht voor de groeiende groep jonge verdachten die steeds zwaardere vergrijpen plegen. Dit vraagt om investeren in vroegsignalering. Scholen kunnen daarbij een grote rol spelen.
‘Verdachten worden steeds jonger en het instapdelict, het delict waarmee ze bij de politie voor het eerst in beeld komen, steeds ernstiger. Vroeger waren jeugdige first offenders winkeldieven, nu staan ze op de uitkijk bij een liquidatie of brengen ze zakken wiet rond.’ Deze constatering doet korpschef Henk van Essen tijdens een debat met leden van de Tweede Kamer, waaraan ook Rinus Otte van het Openbaar Ministerie en Peter Pulles van de Raad voor de Rechtspraak deelnamen.
Met de ‘vroegsignalering’ van risicojongeren is het volgens de korpschef aanzienlijk slechter gesteld dan vijftien jaar geleden. Hij pleit voor een intensievere samenwerking met scholen om het tij te keren. ‘Wat jongeren delen, is dat ze naar school gaan. Basisleerkrachten van groep 7 en 8 weten vaak precies bij welke kinderen het risico op ontsporing het grootst is. Daar zouden we veel meer mee kunnen en ook moeten doen.’
Op 22 juni werd de vierde editie van de Rechtsstaatpoort georganiseerd, een initiatief van het Openbaar Ministerie, politie en Raad voor de rechtspraak.