Paul van Musscher: ‘Onze eenheid is op veel punten beeldbepalend’
Zo’n veertig jaar werkte politiechef Paul van Musscher in het verzorgingsgebied van de huidige Eenheid Den Haag, waarvan hij de laatste 9,5 jaar aan het roer stond. In een afscheidsinterview blikt Paul in vogelvlucht terug op zijn periode binnen de eenheid. ‘Een belangrijke les die ik heb geleerd, is dat als je optreden te veel uit repressie bestaat, je het altijd gaat verliezen. Je moet in verbinding blijven. Altijd, ook onder de meest heftige omstandigheden.’
'Een beetje ondeugend mag wel’ was de kop van het interview waarmee je begin 2011 werd geïntroduceerd als plaatsvervangend korpschef van het toenmalige Politie Haaglanden. Heb je sinds je aan het roer stond van de eenheid een beetje ondeugend kunnen zijn?
‘Ik hou wel van ondeugd, ondeugend. Al heb ik het inmiddels wel vertaald naar “je moet doen wat nodig is”. Dat vraagt erom de situatie goed te lezen. Wat is er aan de hand? Beleid en richtlijnen vormen hierbij weliswaar een mooi houvast, maar uiteindelijk komt het er - zowel op straat als in leidinggevende functies - toch op aan dat je durft te doen wat nodig is. Je hebt niet zoveel aan het blind volgen van protocollen; je maakt het verschil door maatwerk te leveren in een bepaalde situatie. Die ondeugendheid zit hem vaak in speelsheid, frivoliteit. Maar het kan soms ook een hele bewuste stap naar voren zijn als iemand gemangeld wordt in het systeem; om dan het verschil te maken. Er zit dus zeker ook een serieuze kant aan, en het afleggen van verantwoording hoort daar wel bij.’
Heb je hier een voorbeeld van?
‘We hebben binnen de eenheid onlangs een vrij duur apparaat aangeschaft, waarmee we onder meer telefoons kunnen uitpeilen. Dat konden de cryptoanalyseteams goed gebruiken in het datagedreven werken. Er was uiteraard discussie over of dat nu echt wel nodig was. Maar uiteindelijk zijn we daar heel succesvol mee geweest. Ook andere eenheden hebben hem gebruikt. Dat vind ik een mooie vorm van doen wat nodig is.’
Je hebt bijna veertig jaar in een groot aantal functies gewerkt in het werkgebied van onze eenheid. Terugkijkend op deze veertig jaar, wat is het eerste moment dat bij je opkomt?
‘Gelukkig heb ik niet een echt traumatische ervaring opgedaan in mijn carrière. Vaak is zo’n ervaring een bepalend moment dat direct naar boven komt. Het zijn bij mij vooral de bijzondere benoemingen en operationele successen die me zijn bijgebleven. Ik ben op straat begonnen, ben doorgegroeid naar hoofdcommissaris en straks ben ik verantwoordelijk voor de uitvoering van de bedrijfsvoering van de Nederlandse politie.
‘Als ik nu die veertig jaar aan me voorbij laat flitsen, vind ik belangrijk dat ik nooit verloochend heb dat ik op straat ben begonnen.’
Als ik nu die veertig jaar aan me voorbij laat flitsen, vind ik belangrijk dat ik nooit verloochend heb dat ik op straat ben begonnen. Ik ben niet meer dan een ander. Ik heb altijd geprobeerd me gelijkwaardig op te stellen. Niet gelijk, je hebt zeker als politiechef een heel andere verantwoordelijkheid binnen de organisatie, maar wel gelijkwaardig als mens. Ik vind het fijn als ik dat terugkrijg: ‘nou, je bent niets veranderd.’
Terwijl je als politiechef van de eenheid nogal wat hebt meegemaakt. De noodlottige aanhouding van Mitch Henriquez in 2015 kende bijvoorbeeld een jarenlange nasleep, waarin zelfs je aftreden werd geëist.
‘Dat was inderdaad een heel heftige periode, in veel opzichten. Er is destijds heel veel lelijks over ons gezegd, over mij gezegd. We werden met nazi’s vergeleken, werden een racistische politie genoemd. Het overlijden van Mitch veroorzaakte een enorme woede. Het leidde tot voor Nederland ongekende rellen in de Schilderswijk, met vernielingen op een schaal die we niet kenden. De druk was hoog, vanuit de politiek, vanuit de wijk, vanuit pressiegroepen en vanuit bekende Nederlanders die een petitie indienden en mijn aftreden eisten. En ook vanuit de organisatie: sta je wel achter je mensen… Het manoeuvreren tussen al die opvattingen, aantijgingen en tegelijkertijd ook de openbare orde weer te beheersen heb ik als heftig ervaren. Ik heb geprobeerd om in verbinding te blijven. Met de familie Henriquez, met de direct betrokken collega’s en met het gezag en de buitenwereld. Dat dat ook anders ervaren kan zijn, hoort erbij en kan ik me ook goed voorstellen. Ik was in ieder geval blij dat het mij was gegund om de scherven op te rapen en weer te gaan bouwen.’
Wat was de belangrijkste les die je uit deze hele situatie hebt getrokken?
‘Het herstellen van het vertrouwen in de Schilderswijk en opnieuw de relatie aangaan, met daarbij het besef dat je het met te veel repressie gaat verliezen. Dat is een belangrijke les die ik na de rellen heb geleerd. Ja, je moet soms geweld gebruiken. Ja, je moet de orde herstellen. Maar je moet ook altijd in verbinding blijven met je inwoners. Altijd, ook onder de meest heftige omstandigheden. Je moet blijven praten, je moet de politie voor iedereen blijven. Dat moet de basishouding zijn; handelen vanuit respect en met fatsoen.’
‘Ja, je moet soms geweld gebruiken. Ja, je moet de orde herstellen. Maar je moet ook altijd in verbinding blijven met je inwoners. Altijd, ook onder de meest heftige omstandigheden.’
Je noemde ze al: een politie voor iedereen zijn en altijd verbinding blijven maken waren voor jou belangrijke thema’s. Lopen die sinds die tijd niet als een rode draad door de eenheid?
‘Eerder al. In 2011 hadden we maar liefst elf criminele jeugdgroepen op anderhalve vierkante kilometer. Er was een schokkend veiligheidsbeeld. Dat ingrijpen daar nodig was, was evident. Achteraf gezien waren we doorgeslagen in onze aanpak, onder meer met de vele ID-controles. We hebben intensieve gesprekken gehad met de sleutelfiguren uit de wijk, vooral met de Marokkaanse en Turkse gemeenschap. Zij gaven aan dat wij niet racistisch waren, maar dat we sommige dingen wel heel erg onhandig deden en dat dat een flink negatief effect had op de mensen in de gemeenschap, vooral op de jongeren.
Die gesprekken hebben we ter harte genomen. En niet alleen voor Den Haag, maar ook voor de andere gemeenten in onze eenheid. We hebben fors ingezet met diverse programma’s waarin we verbinding zochten met lastige wijken. Zoals de culturele wasstraat in Den Haag, het Programma Kracht van het Verschil, tal van instructiebijeenkomsten zoals een training discriminatie voor álle medewerkers intake & service, Programma C en Politie voor Iedereen. We hebben flinke stappen gemaakt, maar het mag duidelijk zijn dat dit bouwwerk nog lang niet af is. Qua aanpak van discriminatie en racisme en het creëren van een veilige werkomgeving voor een ieder, is er nog steeds veel werk te doen.
Wel mooi om in dit kader nog even te noemen: de Haagse binnenstadteams wonnen in 2017 voor hun inzet op dit gebied de WEP-award. Die erkenning hadden de teams en de wijk toen ook echt nodig. Het was mooi om aan iedereen die daar aan het werk was, te laten zien dat zij op de goede weg waren. Dat dit de juiste route was. Je zag namelijk dat, ondanks al onze inzet, negatieve aspecten van ons imago in stand bleven… Maar de bereidheid in de samenleving, in de wijken, om ons te helpen, was en is nog steeds groot. Verandering begint bij jezelf. Ook dat was een belangrijke les!’
‘Als politie zijn wij ervoor om de rust in de samenleving, de openbare orde te bewaken. Wij worden dus als eerste geconfronteerd met maatschappelijk ongenoegen. Dat is voor ons echt wel een game changer geworden.’
Toch stonden politie en samenleving de afgelopen jaren regelmatig tegenover elkaar, kijk alleen maar naar het aantal demonstraties in onze eenheid dat uit de hand liep.
‘Dat staat los van dit verhaal. Ik vind de (buiten)wereld erg onrustig geworden. De pandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, het klimaat, migratie, het stikstofdebat en pijnlijke dossiers als de toeslagenaffaire maken dat sommige mensen het vertrouwen in de overheid kwijtraken. Het veroorzaakt maatschappelijke onrust. Als politie worden wij vaak gezien als eerste beeldbepalende organisatie die de overheid vertegenwoordigt. Maar als politie zijn wij ervoor om de rust in de samenleving, de openbare orde te bewaken. Wij worden dus als eerste geconfronteerd met het maatschappelijk ongenoegen. Dat is voor ons echt wel een game changer geworden.
Verder heb ik wel eens gezegd, als het ergens in de wereld regent, dan drupt het in Den Haag, de stad van de internationale vrede en recht. Hier worden regimes aan de kaak gesteld in demonstraties, wordt geprotesteerd tegen oorlog en onderdrukking. Onze eenheid staat bekend om de vele, soms grote demonstraties. Wij zijn daar goed op ingericht; onze sgbo-organisatie, het grootschalig optreden en de aansturing daarvan door de afdeling Regionale Conflict- en Crisisbeheersing (RCCB) vind ik een van de paradepaardjes van onze eenheid. Dat staat als een huis.’
Niet alleen bij demonstraties, ook op andere vlakken heeft de Eenheid Den Haag een internationaal tintje; kijk alleen maar naar de ambassades, residenties of internationale (top)bijeenkomsten, zoals de Nuclear Security Summit (NSS) in 2014.
‘De NSS was voor onze eenheid een mega-operatie. Delegaties uit de hele wereld namen deel aan deze tweedaagse topconferentie, waaronder ook de toenmalige president Barack Obama. Ik denk dat wij toen heel het land, zelfs heel de wereld hebben laten zien waartoe wij als eenheid in staat zijn. Ik kijk met grote trots terug op deze operatie die vooral dankzij de tomeloze inzet van enorm veel collega’s succesvol verliep. Daadkrachtig, professioneel en vooral ook flexibiliteit zijn woorden die bij me opkomen. We hebben toen een groot beroep gedaan op de eenheid, de hele politieorganisatie, maar het resultaat mocht er zijn!’
‘Ik kijk met grote trots terug op de operatie rondom de NSS, die vooral dankzij de tomeloze inzet van enorm veel collega’s succesvol verliep. Daar hebben wij heel de wereld laten zien waartoe wij in staat zijn.’
Dat internationale karakter komt ook terug in je landelijke portefeuille vreemdelingen en migratiecriminaliteit. Wellicht minder herkenbaar voor collega’s in de eenheid, maar wel een belangrijke taak.
‘Zeker, je hoeft de krant maar open te slaan en je leest erover. Zelf heb ik vanuit deze portefeuille mooie dingen kunnen doen. Ik ben bijvoorbeeld in Sicilië geweest, heb daar meegeholpen vluchtelingen uit de boot te halen. Als je dat leed ziet, word je echt persoonlijk met zo’n vraagstuk geconfronteerd. Ik was ook in Zuid Polen, waar ik de eerste opvang van vluchtelingen uit Oekraïne heb meegemaakt. Ik heb nog nooit zulke ontredderde mensen gezien. Dat was echt heel schrijnend. Migratie is een vraagstuk van de toekomst, ik denk dat het ons als politie ook nog wel flink gaat bezighouden. Daar moet ook echt aandacht voor zijn, op landelijk, maar zeker ook op Europees niveau. Binnen onze eenheid hebben we dat al ervaren tijdens de migratiecrisis. En het is ook indrukwekkend hoe onze collega’s van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) hebben geholpen de achterstanden weg te werken in Ter Apel.’
Ook hier ben je onder de indruk van wat collega’s uit onze eenheid hebben gedaan; hoe kijk je naar wat de eenheid de afgelopen jaren heeft bereikt?
‘Ik ben heel trots op wat er allemaal in onze eenheid gebeurt. We zitten al een jaar of vijf, zes fors onder de sterkte. Door een intensieve samenwerking tussen de districten en diensten hebben we niet alleen het hoofd boven water weten te houden, maar ook veel resultaten weten te halen. We pakken bijvoorbeeld fors meer criminele samenwerkingsverbanden aan dan ons ten doel is gesteld, dat is een resultaat van onze datagedreven aanpak met de cryptoanalyseteams.
‘Ik kan helaas niet alles opsommen, maar ik zie dat wij als Eenheid Den Haag op veel punten beeldbepalend zijn binnen de Nederlandse politie.’
Ik ben ook trots op bijvoorbeeld ons Team Rendement Operationele Informatie (TROI) en de geweldige bijdrage van jonge data scientists. Of aan de samenwerking tussen intel, opsporing en specifieke expertises, die is heel goed georganiseerd. We hebben veel grote zaken gedraaid waarin meerdere malen tot levenslang is veroordeeld of snelle aanhoudingen verricht na heftige levensdelicten Zo kan ik nog wel even doorgaan. Over het Operationeel Centrum en de doorontwikkeling van de sturingsrollen bijvoorbeeld, over de komst van het Real Time Crime Centre, de enorme extra inspanning op het gebied van Bewaken en Beveiligen, de resultaten van ons EVA-team (Executie Vonnissen Afgestraften), ons Internationaal Rechtshulpcentrum. Of wat te denken van wat ons Team Bedreigde Politici tegenwoordig allemaal krijgt te verstouwen? Ik kan helaas niet alles opsommen, maar ik zie dat wij als Eenheid Den Haag op veel punten beeldbepalend zijn binnen de Nederlandse politie, dat wij kennis delen en het verschil willen maken.
Daarbij gebeurt het natuurlijk dagelijks dat onze mensen naar voren stappen. Kijk naar onze inzet onlangs bij de treinramp in Voorschoten. Dat is ongelofelijk goed gegaan. Hier kan ik opnieuw enorm veel voorbeelden bedenken. Wij hebben een hoop bevlogen, zeer professionele mensen in onze eenheid. In dat opzicht past het ook om hier nog even de goede relatie met ons gezag en de Ondernemingsraad te noemen; zij waren altijd een constructieve critical friend.
Wat ik hierbij ook nog wil benadrukken, is dat er heel veel collega’s zijn die cruciaal werk doen, dat we misschien niet allemaal direct zien. Waar veel mensen geen weet van hebben. Dat maakt ons werk bijzonder. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik dat een collega uit onze eenheid een eremedaille heeft gekregen voor zijn aanhouding van Malek F, die kort daarvoor drie willekeurige mensen had neergestoken. Maar daar staat een collega tegenover die hem niet heeft gekregen. Terwijl die door zijn handelen het leven heeft gered van een van Maleks slachtoffers. Ik vind dit symbool staan voor al het fantastische werk onder de oppervlakte wat dan wel niet direct zichtbaar is, en dus blijkbaar niet in aanmerking komt voor een medaille, maar waarbij je wel degelijk hét verschil maakt.’
‘Een collega kreeg een eremedaille voor zijn aanhouding van Malek F. Een andere collega die het leven van één van Maleks slachtoffers redde niet. Ik vind dit symbool staan voor al het fantastische werk onder de oppervlakte, wat blijkbaar niet in aanmerking komt voor een medaille, maar wel het verschil maakt.’
Ga je dit operationele werk niet enorm missen?
‘Ik neem met wat weemoed afscheid. Ik ga nog helemaal niet met pensioen, maar het voelt wel als een afscheid van een heel markante periode. Ik voel me ontzettend verbonden met politiemensen, met het politiewerk, maar ook met onze partners als gemeenten en Openbaar Ministerie. Ik vind het nu wel een mooi moment om te vertrekken. De eenheid staat er goed voor, de resultaten zijn goed, de verhoudingen met het gezag en partners goed. Het is ook prima dat er een fris, ander geluid aan het stuur komt. Tegelijkertijd vind ik het ook voor mijzelf zinvol om eens een heel andere kant van de organisatie te bekijken: de bedrijfsvoering. Want ook daar gebeuren prachtige dingen, waar best wel eens wat meer waardering en erkenning voor mag zijn. We werken allemaal bij de politie en zonder bedrijfsvoering is goed politiewerk niet mogelijk…’
25 april neem je afscheid van de eenheid, op 1 juni begin je op je nieuwe functie. Heb je tot slot nog een boodschap die je aan de eenheid wil meegeven?
‘Als je kijkt naar wat er gebeurt in de wereld, denk ik dat het voor de eenheid en de politie als geheel nog pittiger zal worden. Ik geloof dat onbaatzuchtige samenwerking ons verder gaat helpen. Niet alleen tussen districten en diensten, maar ook met andere eenheden en met andere organisaties. Samen moeten we veiligheidscoalities bouwen om vraagstukken aan te pakken en op te lossen. Dat is heel belangrijk. En als het complex wordt - dan maak ik toch even de cirkel rond - dan red je het niet om blind protocollen te volgen. Juist dan moet je soms een beetje ondeugend zijn, doen wat nodig is en daar transparant over zijn. Blijf wakker!’