Bij spoed: 112
Geen spoed: 0900-8844

Weer meer incidenten met verwarde personen

De politie ziet dat de stijgende lijn van het aantal incidenten rond mensen met verward gedrag zich doorzette. Vorig jaar kreeg zij te maken met 130.177 voorvallen; 11 procent meer dan in 2020. ‘Het verhaal achter deze cijfers vraagt lang niet altijd om onze bemoeienis. Voor deze mensen is de juiste hulp het belangrijkst’, reageert Martin Sitalsing, de nieuwe portefeuillehouder Zorg en Veiligheid.

Politiemedewerkers spreken persoon aan

De cijfers gaan over het aantal geregistreerde incidenten. Dit zegt niets over het aantal personen, want één persoon kan meerdere incidenten veroorzaken. ‘Het gaat in elk geval over menselijk leed en maatschappelijke onrust. Ik heb het over psychoses, dementie, suïcidaliteit, verslaving en andere zorgwekkende situaties’, vertelt Sitalsing. ‘Meestal is er een zorgprobleem. De politie wordt vaak gebeld, terwijl veel mensen met verward gedrag die wij tegenkomen, nauwelijks overlast geven of crimineel of gevaarlijk zijn. De meeste meldingen horen niet bij de politie thuis, maar we zijn er wel veel tijd aan kwijt. Tijd die we niet kunnen inzetten bij veiligheidsproblemen. De mensen waar het om gaat, zijn gebaat bij de juiste hulp.’

Lokale aanpak
Om die juiste hulp te geven zijn al verschillende initiatieven genomen door de politie en haar ketenpartners. Vaak gebeurde dit lokaal. Sitalsing verwijst daarbij onder meer naar de komst van meldpunten bij gemeenten en het landelijk meldnummer (0800-1205). ‘Daar kunnen signalen van verward gedrag vroegtijdig worden gemeld. Op die manier kan snel gerichte hulp worden geboden. Daarnaast neemt het druk weg bij de politie. Snelle en juiste hulp is belangrijk, want zonder die helpende hand kan er wel een veiligheidsprobleem ontstaan. Voorkomen moet worden dat mensen met mentale problemen een gevaar worden voor anderen en zichzelf. Vaak zijn zorgpartners in staat om de situatie te normaliseren. In geval van agressie kan de politie zo nodig mee ter bescherming van hulpverleners en anderen.’

Veldhoven
Een voorbeeld waar een lokale aanpak zijn vruchten afwerpt, is Veldhoven. Daar hebben de gemeente, politie, GGD en GGZ een paar jaar geleden de handen ineengeslagen. Eerst kwam er de wijk-GGD en sinds afgelopen zomer is het Meldpunt Zorg en Veiligheid in de lucht. ‘De incidenten namen niet af, maar de juiste zorg kon wel sneller worden ingezet. En het betekende ook dat er minder meldingen bij de politie kwamen, waardoor we meer lucht kregen voor andere taken’, vertelt Anja Verberne. Zij trekt namens de politie het project wijk GGD in Veldhoven.

Als er zorgen om iemand zijn, dan wordt gebeld met het meldpunt. Dat kan iedereen doen; van burger tot huisarts tot de wijkagent. Anja: ‘Het meldpunt bekijkt welke zorgpartner de casus moet oppakken en gaat daar vervolgens achteraan. De lijntjes zijn kort, waardoor er snel geschakeld kan worden en er vlug de goede partner in actie komt. Dat kan dan de wijk GGD zijn, die op laagdrempelige manier contact legt. Maar het kan ook de gemeente zijn of een huisarts of een combinatie van zorgverleners.’

Volgens de portefeuillehouder is het echter niet zo dat de Veldhovense werkwijze een-op-een is te kopiëren voor andere plaatsen. Sitalsing: ‘Elke gemeente heeft zijn eigen problemen en organisaties. Je moet gezamenlijk kijken wat werkt. Maar welke aanpak het ook is, het uitgaanspunt is hetzelfde. Kom aan de voorkant van de problemen, zodat het voor mensen – verwarden en niet-verwarden – veilig is en blijft.’ Behalve Veldhoven zijn er soortgelijke initiatieven in diverse gemeenten.

Gisteren is een interview met Sitalsing over dit onderwerp verschenen in dagblad Trouw. In dit verhaal wordt ook nader ingegaan op het gezamenlijke initiatief in Veldhoven.