Bij spoed: 112
Geen spoed: 0900-8844

Koninklijke aandacht voor mentaal letsel

Koningin Máxima bracht gisteren een bezoek aan de Blauwe Haven Rotterdam. In Poortugaal sprak ze over de zorg voor collega's met beroepsgerelateerd letsel en de diverse projecten die binnen de Eenheid Rotterdam lopen om hen te helpen in hun herstel.

Koningin Máxima luistert naar het verhaal van een agjavascript:;ent.

Blauw bloed of niet, iedereen die het prikkelarme re-integratiebureau Phoenix in Poortugaal binnenloopt, kan rekenen op de warme belangstelling van labrador Lola. Dus ook de koningin. Iets inhoudelijker is het welkomstwoord van Leonard Kok, directeur bedrijfsvoering bij de korpsleiding. ‘Onze collega’s hebben een zwaar beroep. Ze stappen naar voren in risicovolle omstandigheden. Als collega’s daarbij mentaal letsel oplopen dan verdienen ze meer dan onze steun.’ Kok erkent dat de politie daar niet altijd adequaat mee omging. ‘De zorg voor collega’s was erg gejuridiseerd. We deden dat lang niet altijd goed. De nieuwe werkwijze rondom beroepsgerelateerd letsel waar we nu aan werken is daarom gericht op herstel en reïntegratie. En op veel meer aandacht voor preventie. Wij hebben als korps de verantwoordelijkheid voor onze collega’s. Je bent bij de politie, je blijft in principe bij de politie. Initiatieven zoals hier in Rotterdam dragen daar met veel energie en kracht aan bij.’

Grip

Terwijl Lola zich onder de tafel nestelt, delen collega’s hun verhalen over mentaal letsel. Over vallen en veerkracht, angst en herwonnen vertrouwen. Een rechercheur vertelt hoe ze door sloeproeien op de Maas, ‘de mooiste sportschool van Rotterdam’, beetje bij beetje opnieuw grip kreeg op haar leven. ‘Ik hoor weer ergens bij’, zegt ze, met een glimlach en vochtige ogen.

‘Ieder mens verdient een veilige haven’, vertelt projectleider Jan van de Werken. Onder de noemer de Blauwe Haven zijn in de Eenheid Rotterdam verschillende initiatieven voor herstel samengebracht. De zogeheten recovery training, het buddy-project maar ook bureau Phoenix zelf: allemaal manieren om collega’s te helpen herstellen. ‘Dit politiebureau is voor veel herstellende collega’s ook echt een thuis. Hier mag gehuild worden, maar wordt ook veel gelachen.’

Triggers

Dat blijkt ook wel in het rondetafelgesprek met de koningin. De doos tissues gaat rond, Lola legt troostend haar kop op een been. De meeste collega’s kennen elkaar door en door. Weten wat elkaars ‘triggers’ zijn. Dus daarom in Phoenix geen porto’s, in principe geen uniformen en vooral geen oordelen. De computer voor het eerst weer opstarten? PTSS maakt dat je daar soms gewoon hulp bij nodig hebt. En dat is oké. Van de Werken: ‘Iedereen hier bepaalt zijn eigen tempo, wij volgen.’

‘Geen watjes’

‘Binnen de politie is een cultuurverandering te zien’, vertelt korpspsycholoog Tineke van der Gulik. ‘Van steeds maar doorgaan en actie zie je nu ook meer en meer ruimte voor reflectie. Dit is soms een heftig beroep: praat erover.’

De koningin sprak zelf na de tramaanslag in Utrecht met daar ingezette politiemensen. Ze kan zich de indrukwekkende gesprekken nog goed herinneren. Hans van Dolderen, hoofd bedrijfsvoering Rotterdam, legt uit dat de teams collegiale ondersteuning om die reden altijd klaar staan voor collega’s. ‘Mentale overbelasting is helaas inherent aan ons vak. Hoe eerder je het signaleert, hoe groter de kans op herstel.’ ‘En’, onderstreept hij, ‘PTSS is geen ziekte van watjes: het kan ons allemaal overkomen.’

Openheid

Zorgprofessionals binnen de politie werken nu aan een nieuwe werkwijze rondom beroepsgerelateerd letsel. ‘Herstellen, opladen en versterken zijn daarin de drie belangrijkste sporen’, legt Van der Gulik uit. Burn-out, depressie, PTSS of tinnitus: het overkomt je gewoon. Hoe ga je dan verder? Daarin werkt de politie samen met instituten als TNO en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. Dat prijst de koningin. De politie laat in haar ogen duidelijk een lerend vermogen zien. Maar ze is vooral onder de indruk van de openheid van alle collega’s die ze heeft gesproken. De rechercheur vindt de koninklijke aandacht ‘natuurlijk leuk’, maar hoopt vooral dat anderen steun putten uit haar relaas. ‘Al help ik maar één collega door mijn verhaal hier te delen.’

*vanwege haar privacy is de rechercheur niet bij naam genoemd