Politie start met pilot automatische drone
De politie start een pilot met een automatische drone. Dit zelfvliegende luchtvaartuig kan worden ingezet om sneller een actueel beeld te krijgen van incidenten. Het Operationeel Centrum (meldkamer) kan hiermee beter en gerichter capaciteit aansturen bij een incident. Dit zorgt voor een daadkrachtigere politie en draagt zodoende bij aan de veiligheid in onze maatschappij.
Foto: Avy
Bij bepaalde incidenten wordt de automatische drone door het Operationeel Centrum naar de locatie waar een incident heeft plaatsgevonden gestuurd. De beelden die de drone maakt van het incident worden rechtstreeks doorgezet naar het Operationeel Centrum. Daar krijgt een politiemedewerker dus snel beeld van de situatie. Dat heeft drie voordelen.
Grotere pakkans
Ten eerste kan het Operationeel Centrum eerder een inschatting maken hoe hulpverlening aan slachtoffers bij een incident zo effectief mogelijk kan worden ingezet. Dit komt ten goede aan de veiligheid van burgers. Ten tweede wordt onderzocht of de pakkans is groter is. Hoe eerder een politiemedewerker zicht heeft op een situatie van bijvoorbeeld een overval, hoe groter de kans op het aanhouden van de verdachten. Ten derde helpt het bij de veiligheid van de eigen medewerkers. De automatische drone geeft het Operationeel Centrum een actueel beeld van een incidentlocatie. Daardoor kan gericht het juiste aantal politie-eenheden naar het incident gestuurd worden. Ook heeft het Operationeel Centrum goed overzicht over de situatie en omgeving van het incident. Dit maakt dat collega’s veiliger hun werk kunnen doen op straat.
Test in Enschede
In een innovatieve samenwerking binnen Politie Nederland tussen de portefeuille Gebiedsgebonden Politie en het Operationeel Centrum wordt de automatische drone getest tijdens een pilot binnen de Eenheid Oost-Nederland. Begin april 2022 start de eerste testfase op een afgesloten terrein, waar verschillende mogelijke toepassingen worden onderzocht. Hier is voor gekozen omdat veiligheid en zorgvuldigheid voorop staan.
Tijdens deze fase is het ook de doelstelling om per toepassing onderzoek te doen naar de impact van deze drone-inzet op privacy, ethische vraagstukken en data-veiligheid in samenhang met proportionaliteit. Op de Twente Safety Campus in Enschede zet de politie de automatische drone in bij diverse incidenten die worden gesimuleerd. De beelden die de drone maakt, komen tijdens de oefening bij de medewerker van het Operationeel Centrum. Deze bepaalt op basis van de actuele beelden of een situatie veilig is, of en zo ja hoeveel politie-eenheden ingezet worden bij dit incident of dat er een aanknopingspunt is, waardoor een verdachte snel opgepakt kan worden. Er is bewust gekozen om deze fase in een veilige, experimentele omgeving uit te voeren. Daar kan de techniek van de drone en de meldkamer op elkaar worden afgestemd.
Wet- en regelgeving
Na het succesvol afronden van deze fase, wordt de automatische drone in Twente en IJsselland in de praktijk getest in het publieke domein. Wanneer deze fase start, is nog onbekend. Dit hangt onder meer af van de ontwikkeling van wet- en regelgeving en van het moment waarop er voldoende zekerheid is over de veilige inzet van de automatische drone. Als de drone in het publieke domein wordt ingezet, worden de geldende privacyregels en opgestelde ethische richtlijnen voor het maken van beelden en vliegen in het publieke domein in acht genomen.
Mee met ontwikkeling
De politie vindt het belangrijk om te blijven ontwikkelen. Zo gaan we mee in de vooruitgang in de maatschappij. Daarbij past dat we innoveren en experimenteren, ook op technisch gebied. Zo ondervinden hoe we ons werk makkelijker, veiliger en impactvoller kunnen maken. De inzet van automatische drones is nieuw. De politie is een van de eerste organisaties in Nederland die experimenteert met deze technologie.