Bij spoed: 112
Geen spoed: 0900-8844

‘Weten wat jongeren bezighoudt, daar begint het mee’

Mark is een ervaren politieman in Leeuwarden. Met zijn achtergrond als lid van de Mobiele Eenheid en zijn huidige skills als wijkagent weet hij jongeren doorgaans goed te bereiken. ‘Al jaren werk ik rondom voetbalclub Cambuur. Dat doe ik vaak in burger. Daar begeef ik mij ook tussen de harde kern van de club’, begint Mark. Maar rond oktober, in een thuiswedstrijd tegen FC Utrecht, gaat het mis.

Mark uit Leeuwarden

‘Na afloop van de wedstrijd zie ik collega’s staan op het omliggende plein bij het stadion. Terwijl ik er heen loop, hoor ik een collega roepen: “Rennen!”. Stenen en glaswerk spatten naast ons uiteen, waarna de meute op ons af komt stormen. Vier collega’s die in een steeg belanden, komen zo in het nauw dat ze hun wapen trekken. Wij helpen hen door via de andere kant de steeg in te lopen. De ME heeft ons daarna moeten bevrijden.’

‘Bij de jongens uit de harde kern ben ik een bekend gezicht’, vertelt Mark. ‘Maar het rare is dat we nu direct werden bekogeld. Zonder dat daar woorden aan voorafgingen. Zoiets komt veel persoonlijker over. Een aantal collega’s heeft daar echt moeite mee gehad. Ik ben achteraf niet bedreigd, alleen op het moment zelf. Mentaal kon ikzelf gelukkig snel weer door.’

Dat het geweld tegen de politie zo veranderde, begrijpt Mark vanuit de praktijk wel. ‘We zaten natuurlijk middenin de coronaperiode. Daarin merkte ik dat de jeugd overal werd weggejaagd. Ze mochten niks. Als politie hadden we wellicht meer de verbinding moeten zoeken. Dat lukte vanwege drukke diensten minder goed. Ze waren het helemaal zat en konden nergens terecht. Dan merk je in gesprekken dat er onvrede is, niet alleen bij de jeugd, maar ook bij ouderen. Die onvrede zorgt voor een algeheel negatief beeld. De politie is in dat opzicht vaak de tegenpartij. Bij de wedstrijd van Cambuur kwam al die frustratie samen.’

‘Onlangs schreef ik iets op Facebook, waarin ik de boodschap wilde brengen: waar zijn we met z’n allen mee bezig?’ vertelt Mark. ‘We zijn allemaal mensen, maar dit gaat echt alle perken te buiten. Daar heb ik ontzettend veel reacties op gekregen. Ik ben door scholen benaderd, waar ik mooie gesprekken heb gevoerd met jongeren. In het begin hielden ze hun capuchon of pet nog op, maar zodra een klasgenoot iets durfde te vragen, bleken ze allemaal op hun eigen manier benieuwd naar de politie. Een enkeling overwoog zelfs om later bij de politie te gaan.’

De oplossing in het reduceren van geweld ligt volgens Mark niet alleen bij de politie: ‘Het is naar mijn idee een maatschappelijke taak. Van ons, van scholen en van ouders. Men heeft voor een langere tijd online beelden van de politie gezien die louter negatief waren. Dat beeld is dus verslechterd. Agenten moeten nog meer in gesprek gaan en extra zichtbaar zijn in de wijk. Zo kunnen we beter uitleggen wat ons werk inhoudt. Goed contact met de jeugd is cruciaal.’

Jongeren persoonlijk benaderen, agressie voorkomen in plaats van achteraf elkaar helpen, is volgens Mark de sleutel. ‘Ik wil zien wat jongeren bezighoudt. En wat wij voor deze jongeren kunnen doen. Als we wachten tot zoiets uit de hand loopt, zijn we te laat.’