Politie en deurwaarders strijden tegen online oplichting
De politie zag in het eerste halfjaar van 2021 veel meer digitale misdrijven dan het jaar ervoor, blijkt uit de halfjaarcijfers. Een van de grootste stijgers is fraude met online handel. De politie wil met enkele private partijen ervoor zorgen dat slachtoffers van online handelsfraude hun schade vergoed krijgen.
Sinds de tweede helft van 2019 neemt vooral fraude met onlinehandel toe, merkt de politie. Bij dit soort fraude kopen mensen bij een webshop of Marktplaats en betalen ze vooraf, maar worden de bestelde producten niet geleverd. Om deze fraude tegen te gaan, startte de politie twee pilots met private partijen: de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG).
Verdachte rekeninghouder
‘Met deze pilots hebben we begin dit jaar landelijk circa 55 clusters opgesteld van 5 slachtoffers die allen geld hadden overgemaakt naar dezelfde frauduleuze rekening’, aldus Gijs van der Linden, teamleider Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO). ‘Wij zetten deze zaken door naar SODA of LAVG, zodat zij de verdachte rekeninghouder civielrechtelijk aansprakelijk kunnen stellen.’
De politie kan enkel vaststellen of er sprake is van een strafbaar feit, legt Van der Linden uit. Om te bepalen of een rekeninghouder verdacht is, moeten er minimaal vijf aangiftes tegen de rekeninghouder zijn gedaan. ‘We zijn deze pilots gestart omdat er in de opsporings- en vervolgingsketen te weinig capaciteit is en te veel werk. Dat leidt tot overbelasting. Om de online handelsfraude optimaal aan te pakken, is het daarom noodzakelijk om ook buiten het strafrecht tot een aanpak te komen van aangiftes.
Schade terugbetalen
Samenwerken met SODA en LAVG kan de politie ontlasten, meent Van der Linden. In plaats van inzetten op strafrecht, volg je de aangifte op via de civiele procedure. ‘Het belangrijkste is dat online handelsfraude wordt opgepakt en er een betekenisvolle afhandeling plaatsvindt voor het slachtoffer. Dat gebeurt ook. Er zijn al slachtoffers die het volledige schadebedrag of een deel terugkregen van de verdachte. Positief is ook dat deze aanpak nieuwe daders kan ontmoedigen. Met dank aan de samenwerking met SODA en LAVG hebben we mogelijk gemaakt dat een kleine 300 slachtoffers het geld hebben kunnen terugeisen bij verdachte rekeninghouders, die niks meer van zich lieten horen.’
Inmiddels hebben tientallen slachtoffers van online fraude hun geld al teruggekregen of krijgen ze het terug via aflossingsregelingen. In de overige zaken lopen er incassoprocedures. Van der Linden: ‘De eerste resultaten van deze pilots zijn zéér bemoedigend. Eind dit jaar volgt een evaluatie om na te gaan of het in 2022 een breder vervolg krijgt. We kijken onder meer of we structureel kunnen samenwerken met SODA of LAVG en of deze werkwijze ook voor andere politieregio’s een aanvaardbaar alternatief is.’
Werkwijze LMIO
Het LMIO wil voor online oplichting zo veel mogelijk samenwerken met publieke en private partijen, om aan de voorkant van het probleem te komen. Preventie is daarbij van groot belang. Daarnaast neemt het LMIO maatregelen (verstoring, barrières opwerpen) om online oplichting te verstoren. Het LMIO stimuleert maatregelen die voor het slachtoffer betekenisvol zijn en recht doen aan hun situatie, zoals het zoeken naar mogelijkheden om geld terug te krijgen. Binnen het LMIO zijn de laatste jaren nieuwe manieren van (alternatieve) opvolging ontstaan, zoals het stopgesprek en buitengerechtelijke afdoening, om de opsporings- en vervolgingsketen te ontlasten.