Stickers plakken
Samen met een collega loop ik op straat. Wat komen we vandaag tegen? Een winkeldief? Iemand die een fiets steelt? Vorige week hebben we hier nog een dronken man in de boeien geslagen. Die was me toch aan het schelden. De adrenaline gaat dan wel even omhoog. Een werkdag vliegt wel voorbij als je zo bezig bent. Maar vandaag verloopt de dag heel anders.
In de verte zie ik twee collega’s staan. Ze zijn aan het praten met een vrouw. Ze heeft een heel jong meisje bij zich, die zich vastklampt aan het been van haar moeder. Ze zien er moe en een beetje rommelig uit. Een overvolle weekendtas ligt op de natte stoep.
Mijn collega’s vertellen me dat moeder en dochter dakloos zijn. Ik vind het heel naar om te horen dat dit meisje geen veilige plek heeft. Daarom vragen we of de moeder en haar dochter mee willen naar ons politiebureau. Even weg uit de motregen. Een droge plek, een warme kop thee en samen zoeken naar een oplossing. Als we naar het politiebureau lopen, vraag ik me af of het meisje het spannend vindt; met vier agenten over straat lopen. Ik zie haar af en toe kijken naar de wapens die we dragen. En ik knipoog maar vriendelijk naar haar.
Als we aankomen gaat het meisje stilletjes naast haar moeder zitten. Als snel komt er iemand van de organisatie Veilig Thuis om met de moeder in gesprek te gaan. Als die even ergens rustig gaan zitten, zoek ik contact met het meisje. Wat kan ik doen om haar gerust te stellen? Vragen stellen of praten heeft meestal niet veel zin als ze zo bang zijn. Dus bedenk ik iets anders.
Limonade, een knuffelbeertje en een plakboek doen wonderen. Ze bekijkt alle stickers. En steeds als ik haar iets vraag, plakt ze een van de stickers in het boekje. In het begin nog een beetje aarzelend. En daarna steeds vlotter. Op een gegeven moment zeg ik: ‘Vind je de politie aardig?’ Als antwoord hierop haalt het meisje een hartje van het stickervel af. Ik zie een glimlach verschijnen op haar gezicht en voel opeens dat ze de sticker op mijn voorhoofd heeft geplakt. Ik schiet in de lach en zij ook.
Na ongeveer een half uur komt de moeder terug. Ze pakt haar spullen en zegt tegen haar dochter dat ze een slaapplaats hebben voor vannacht. Maar het meisje rent meteen weg. Ik hoor haar roepen; “Nee mama, ik wil hier blijven”. Ik loop naar haar toe en zeg dat ik het heel gezellig vond dat ze even bij ons op bezoek kwam. Met het beertje onder haar arm en het stickerboek in haar hand, vertrekt ze samen met haar moeder. Ik kijk ze nog even na. Het geeft me een goed gevoel dat ik als politieagent wat kan betekenen voor mensen die het zo lastig hebben. Als ik iets later terugkom bij mijn collega’s zie ik ze lachend naar mijn voorhoofd kijken. Oh ja, daar zit die sticker nog.