Blog: Papa ga je alweer weg
‘Sorry lieverd, papa probeert volgende jaarwisseling echt thuis te zijn.’ Ik pak m’n kleine vent stevig vast en beloof hem iets voor twaalf uur te bellen om hem een gelukkig nieuwjaar te wensen.
Ik geef hem een laatste kus en trek de voorddeur van mijn ouders’ huis achter me dicht. Het is de zoveelste keer dat ik m’n kleine mannetje met de jaarwisseling bij opa en oma moet brengen.
Ook mama is er niet, want mama werkt ook bij de politie.
Ik voel zijn teleurstelling door de deur heen. Dat gevoel gaat door heel je lichaam en het voelt soms dat je faalt als ouder. Vanmorgen riep hij nog boos; “Jullie moeten altijd werken, ik moet altijd weg als het leuk is”.
Ik denk dat dit soort uitspraken erg herkenbaar zijn voor veel hulpverleners die ook moeten werken tijdens de jaarwisseling. Voor veel kinderen is het een droom dat hun ouders bij de politie werken. Ons mannetje heeft ons liever thuis, veilig op de bank.
‘Robin, jij rijdt vandaag voor heel de Noordkant. Alle arrestanten die gemaakt worden kan jij met je maatje ophalen en vervoeren naar het arrestantencomplex.’
Het is 23:00 uur en ik hoor de eerste meldingen al binnenkomen. Met nog een brok in m’n keel omdat ik mijn kleine mannetje wederom moest achterlaten, stap ik in de auto.
Voordat mijn collega en ik vertrekken stuur ik mijn lieve vrouw nog even een berichtje om te zeggen dat ik van haar hou en dat ze voorzichtig moet doen vannacht, want tijdens dit soort diensten moet je helaas altijd iets scherper zijn dan normaal.
Bij de eerste rit gaan het zwaailicht en de sirene al aan. Collega’s worden bekogeld met zwaar vuurwerk omdat ze de brandweer assisteren bij het blussen van een aangestoken kerstboombrand.
We haasten ons met grote spoed naar de locatie, maar als we aankomen zien we geen hand voor ogen. Er hangt zoveel rook waardoor het wel een oorlogsgebied lijkt.
Overal om me heen hoor ik de knallen, het lijkt of er gebouwen worden opgeblazen, zo hard gaat het er aan toe. Voel ik angst? Nee, maar ik voel wel dat mijn hartslag aardig omhoog gaat. Ik zie plots in de verte dat mensen klaarstaan om ons te bekogelen. Mensen, eigenlijk bedoel ik kinderen. Waar mijn zoontje met tranen in zijn ogen stond omdat ik moet werken, sta ik nu oog in oog met kinderen die lachen en plezier hebben omdat ze de hulpverleners kunnen aanvallen met zwaar vuurwerk.
Het is een kat-en-muisspel, maar voor de veiligheid moeten wij hier weg. Die keuze gaat tegen mijn principe in, maar ik wil veilig thuiskomen morgenochtend. Ik moet nu dus vluchten voor kinderen.
De vraag die bij mij altijd door m’n hoofd spookt; “waar zijn hun ouders?!”……
Ik heb gefaald, door dit incident heb ik mijn kleine ventje niet op tijd kunnen bellen, het is al na middernacht. Gelukkig heeft hij het niet door als ik hem eindelijk te pakken krijg.
Bij zijn opa’s en oma’s heeft hij het altijd fijn en heeft hij door de gezelligheid even niet door dat papa en mama op het werk zijn. Maar ik als ouder voel dat wel. Weer mis ik een kans om mooie herinneringen te maken met mijn kleine mannetje.
Dit jaar is voor iedereen opnieuw ontzettend moeilijk geweest. Niet alleen voor jullie, ook voor alle hulpverleners. Ook wij zijn gewoon mensen, al dragen wij tijdens ons werk een uniform. Laten we proberen om er dit jaar toch iets moois van te maken met z’n allen. Ik ben trots op al mijn collega’s in de hulpverlening die dit jaar wederom dat extra stapje naar voren zetten. Pas goed op elkaar.