Dit gebeurt er met ZSM-zaken
Er zijn in tien politiebureaus verspreid over het hele land zogenoemde ZSM-tafels. Politie, Openbaar Ministerie (OM), Reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, Halt en Slachtofferhulp komen dan als ketenpartners samen om – ook buiten kantooruren en in weekenden – zaken als diefstal, vandalisme of bedreiging direct af te handelen. De officier van justitie kan dan na de aanhouding van een verdachte snel een afgewogen besluit nemen over de best passende afdoening, ofwel de straf. Daarbij houdt hij rekening met de wensen en schade van het slachtoffer en de omstandigheden van de dader.
Straffen bij ZSM
De straf is licht waar het kan, zwaar waar het moet en maakt de kans op herhaling zo klein mogelijk. De afdoeningen kunnen binnen en buiten het strafrecht liggen. Binnen het strafrecht gaat het dan bijvoorbeeld om een taakstraf, een boete, een contactverbod of het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer. Daarbuiten is ondermeer een bemiddelingsgesprek mogelijk of mediation, schadeherstel of een doorverwijzing naar Halt. De officier van justitie beoordeelt of een zaak geschikt is voor een ZSM-aanpak. Bij zwaardere delicten legt de officier van justitie de zaak voor aan de rechter. Dan krijgt de verdachte een dagvaarding mee.