Als de politie bij een demonstratie geweld gebruikt
In het uiterste geval mag de politie geweld gebruiken. Dit geweldgebruik is aan strenge voorwaarden gebonden en wordt achteraf altijd getoetst. Het geweld moet altijd proportioneel zijn. Dat wil zeggen dat het zo gematigd mogelijk moet zijn en in verhouding moet staan tot de ernst van de gepleegde strafbare feiten en de weerstand die verdachten geven. Al het door de politie toegepaste geweld wordt vastgelegd en getoetst. Dat wil niet zeggen dat het geweld onterecht of buitenproportioneel is. Na iedere geweldsaanwending moeten wij onszelf afvragen of het toepassen van het geweld goed is gegaan, of de betreffende agent het goed heeft gedaan en het een volgende keer opnieuw zo zou doen. Zo leer je van het toepassen van geweld. Helaas gaat het niet altijd goed. De politie is niet onfeilbaar. Ook bij ons worden fouten gemaakt en wij leggen daarover altijd verantwoording af. Aan de politiechef, aan onafhankelijke commissies en als het moet ook aan de rechter. Optreden in ME-verband wordt achteraf ook altijd intern geƫvalueerd. Als daar punten uit naar voren komen, nemen wij die op in onze trainingen. Hoewel het optreden de politie onder een vergrootglas ligt, zullen wij de stap vooruit blijven doen als dat nodig is.
Hoe bepaalt de politie de inzet van geweld bij demonstraties?
De politie mag alleen geweld gebruiken als er geen andere opties zijn om het gewenste doel te bereiken. En ook dan is geweldtoepassing aan regels en voorwaarden gebonden. De keuze om geweld toe te passen of welk geweldsmiddel wordt toegepast, is niet altijd de makkelijkste en moeten we vaak onder druk nemen. Geweldgebruik moet proportioneel en subsidiair zijn, dus passend in bij de situatie. Als we geweld inzetten, moeten we dit altijd verantwoorden en wordt beoordeeld of het geweld op de juiste manier is toegepast.
Hoe zet de politie geweld bij demonstraties op de juiste manier in?
Politiemensen trainen continu op de toepassing van geweld en agenten moeten toegepast geweld altijd verantwoorden, zodat we ervan kunnen leren. Al tijdens de opleiding leren agenten hoe ze met hun wapens en toepassing van ander geweld moeten omgaan. Eenmaal in dienst, volgen agenten vier keer per jaar een training en wordt hun kennis en fysieke vaardigheden getoetst. Onder meer fitheid, schietvaardigheid en aanhoudings- en zelfverdedigingstechnieken komen aan de orde. Ook wordt een agent getoetst op geweldsbeheersing, waarbij kennis van de wet met behulp van vragen en casussen wordt getest.
Als een agent geweld heeft gebruikt, moet hij of zij dat altijd verantwoorden. Zijn of haar chef toetst of het gebruikte geweld terecht was en kan besluiten de beoordeling ook door de eenheidschef te laten doen of zelfs te laten onderzoeken door de Rijksrecherche. Dat proces is belangrijk om het vertrouwen in de politie te behouden en er zelf van te leren, zodat we het de volgende keer weer beter kunnen doen.