Blog: You can run but you can't hide
Mijn buik begint te knorren.Twee collega’s zijn verdachten aan het verhoren en ik geef gehoor aan mijn knorrende maag. Ik loop via de voetgangerstunnel onder het station naar een afhaalrestaurant.
Terwijl ik langs de roltrap van het spoor kom, zie ik een jongeman onder aan de trap staan wachten. Ik kijk om mij heen en zie nog een jongeman tegenover de roltrap op een bankje zitten, die naar zijn maatje kijkt. Hmm. Dit vertrouw ik niet. Mijn knorrende buik verandert in een onderbuikgevoel. Ik besluit een paar tellen te wachten om te kijken of er iets gaat gebeuren. Nog geen minuut later komt een vrouw de roltrap van spoor acht oplopen, direct gevolgd door de jongeman. Hij sluit naadloos aan als zij passeert. Nog even kijkt hij achterom naar zijn maatje en wenkt dat hij mee moet komen. Zijn maatje kijkt hem aan, maar blijft zitten.
Onderweg met de roltrap naar boven herken ik gelijk het zakkenrollersgedrag. De jongeman gaat dicht achter de vrouw staan en kijkt haar jaszak in. Ik krijg het gelijk warm. Hoe ga ik dit doen? Ik ben alleen en heb geen back-up, want de rest van mijn collega’s is aan het verhoren...en tijd om mijn porto naar een ander kanaal te schakelen heb ik niet, want het zakkenrollen gaat elk moment gebeuren. Ik blijf ondertussen de man volgen en zie dat hij achter de vrouw de trein in stapt. Op het balkon slaat hij toe. Hand in de jaszak en hoppa, telefoon eruit... en nu wegwezen.
Helaas voor hem, loopt hij tegen mij aan. Ik denk: Dit moet ik gelijk goed aanpakken. Geen milde aanpak, of netjes vragen of hij wil meewerken, nee, ik ben alleen en heb maar één kans. Dit soort jongens probeert altijd te vluchten.
Dan draait de verdachte jongeman zich om en wil de trein verlaten. Hij duikt onder mijn arm door. In een poging hem alsnog vast te grijpen, kan ik net zijn rugzak vastpakken en trek hem naar achteren. Van schrik laat hij de gestolen telefoon vallen. Mooi, die heb ik alvast terug. Nu hem nog. Terwijl ik met de verdachte op het balkon touwtrekkertje speel, merk ik al snel dat ik de grip op hem kwijt raak. Ik kan hem gewoon niet goed vasthouden. Hij komt los, rent weg en springt op het spoor...
Ik ga niet achter hem aan, mijn veiligheid is belangrijker. Ik kijk hem nog even na en zie hem als aangeschoten wild weg hinken. Van de ene spoorbak naar de andere, totdat hij achter een trein verdwijnt. Ik ren snel terug naar de trein waar de telefoon is neergevallen. Een oplettende burger heeft hem opgeraapt en geeft de telefoon aan mij terug. Gelijktijdig komt het slachtoffer in paniek aangelopen en zoekt haar telefoon. Ik kan haar geruststellen en noteer snel haar gegevens. Ik ren vervolgens de trein weer uit, want ik heb nog een andere missie te volbrengen.
Het zicht op de verdachte ben ik kwijt, maar ik probeer via cameratoezicht de verdachte jongeman terug te vinden. Terwijl ik met de NS-medewerker bel, zie ik ineens zijn maatje lopen. Ik denk: Die twee komen vast weer bij elkaar...
Ik besluit het maatje te volgen en ondertussen hoor ik van cameratoezicht dat de verdachte jongeman naar station Utrecht is gevlucht. De medewerker heeft op de camerabeelden gezien dat hij daar, bij het instappen van een andere trein, iemand anders heeft gerold. Dat slachtoffer rende hem achterna, maar struikelde echter en de boef kon opnieuw ontkomen. Ook cameratoezicht is inmiddels het zicht op hem kwijt.
Nu ik dit weet loop ik kokend van woede achter zijn maatje aan. Wat een brutale vlerk! Hij pakt de trein naar Utrecht. Mooi, die gaan naar elkaar toe. Ik wil hem niet kwijtraken, hij is mijn enige hoop om de eerder ontsnapte boef terug te vinden. Ondertussen probeer ik ook op station Utrecht collega's te mobiliseren. Helaas is iedereen druk, dus sta ik er alleen voor.
Op station Utrecht zie ik het maatje de trein uit lopen. Terwijl hij zoekend rondkijkt, zie ik de boef ineens voorbijlopen op hetzelfde perron. Ze lopen langs elkaar heen, maar zien elkaar niet. De boef heeft er ook geen oog voor, want hij loopt met versnelde pas achter zijn volgende slachtoffer aan. Mijn hart begint te bonken en mijn adrenaline schiet omhoog. Nu ben je van mij! Weer stapt hij de trein in en weer gaat zijn hand in een jaszak. Weer draait hij om en wil hij de trein uit vluchten. Maar dit keer ontkomt de gladde aal mij niet. ‘You can run but you can’t hide’, zeg ik tegen hem. Die blik in zijn ogen is goud waard. Het wordt een behoorlijke worsteling, waarbij we al vechtend tussen de treinstoelen belanden. De aal ligt klem en kan geen kant meer op. Hebbes!
Na de aanhouding vind ik de gestolen telefoon terug van het slachtoffer dat in haar achtervolging was gevallen. Ze is natuurlijk superblij. De verdachte krijgt vier maanden celstraf.
Reageren
Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.