Blog: Opgeschrikt tijdens Kerstinkopen
Het is weer genieten om door het centrum van de stad te lopen tijdens deze donkere dagen voor Kerst. De winkelstraten zijn prachtig versierd en verlicht en het is druk met mensen die nog gauw de laatste cadeautjes willen kopen. Langzaam stuurt mijn collega onze dienstauto door de wirwar van fietsers en overstekende voetgangers.
Via onze mobilofoon komt opeens een bericht binnen. Aan de stem van de collega te horen is het goed mis. Er is een overval geweest waarbij ook geschoten is. Wij krijgen een signalement van de verdachte. Even kijken we elkaar kort aan. De locatie van de overval is vlakbij. Ik probeer meer informatie te krijgen over de looproute van de overvaller. Ondertussen staat onze politieauto te wachten voor een rood verkeerslicht. Dan hoor ik hard bonzen op het raam van mijn collega. Een vrouw schreeuwt tegen ons. De paniek in haar ogen laat zien dat het echt serieus is. Met volle tassen in haar hand gaat toch één arm omhoog en wijst zij naar iemand op een groot plein.
‘Daar loopt ‘ie. Hij heeft geschoten!’ schreeuwt ze tegen ons. Wij kijken in de richting waar ze wijst. En daar midden tussen al dat publiek loopt een man. Hij voldoet aan het signalement van de schutter. Maar het gekke is… de man loopt achteruit. Zijn strakke ogen zijn volledig op ons gefixeerd. Wat mij nog meer verontrust is de jas die hij in zijn linkerhand vast heeft. Die jas houdt hij als een scherm voor zich uit. Zijn rechterhand verbergt hij achter deze jas.
Mijn collega stuurt de auto het plein op, in de richting van de man. Ik geef snel onze positie door aan de meldkamer en vertel wat we van plan zijn. Ondertussen nemen we een veilige positie in. Terwijl we allebei ons vuurwapen op de man richten geef ik hem een waarschuwing dat hij zich moet overgeven, omdat ik anders schiet. Mijn bloed bonst in mijn oren. Ik overweeg een waarschuwingsschot te lossen. Maar wat naar boven gaat, komt ook weer naar beneden. Tussen het winkelende publiek…
Dus ik begin maar weer te schreeuwen, ook naar de mensen die verderop nietsvermoedend achter de man langslopen. Dan stopt de man. Tergend langzaam komt zijn rechterhand achter zijn jas tevoorschijn. Ik ben overal klaar voor. Mijn vinger gaat naar de trekker van mijn dienstwapen. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. Tot mijn grote opluchting zie ik dat zijn hand leeg is. Dat gaat zijn andere hand ook omhoog. Hij blijft ons met enge strakke ogen aankijken.
Snel communiceer ik naar mijn collega wie wat gaat doen. Terwijl ik hem ga boeien zie ik een collega in burger aankomen die wij eerder hadden gegroet. Hij loopt een stukje terug in de richting die de man achteruit heeft gelopen. En wijst ons op een vuurwapen dat gewoon op straat ligt. Het lijkt erop alsof de man die via zijn broekspijp op straat heeft laten vallen. De collega in burger had dat vanuit een andere hoek precies kunnen zien. De man had het wapen in zijn hand maar stak het weg toen wij op hem afkwamen.
Ik probeer het laatste stukje film voor mijzelf terug te draaien. Bijna had ik iemand moeten neerschieten. De harde bel van een passerende tram haalt mij weer terug naar de realiteit. De lampjes van de kerstverlichting krijgen opeens weer kleur en het gezellige geroezemoes van het winkelende publiek gaat door. Ik voel nog wel de afdruk van de trekker in mijn vinger. De man wordt geboeid en afgevoerd. Op weg naar het bureau zie ik de mensen gewoon weer verder winkelen. Gewoon zoals het moet zijn. Rustig en veilig. En één iemand zit in ieder geval met Kerst achter slot en grendel.
Reageren
Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.