Blog: Koningsdag
Na een lange werkdag zit ik moe, maar voldaan in de tram op weg naar huis. Om me heen is iedereen nog in een oranje feeststemming. Dat gaat nog wel even door. Mijn gedachten dwalen af naar vanmorgen; ‘Hoe begon mijn dag ook alweer?’
Het is Koningsdag, ieder jaar verheug ik me op deze werkdag. Lekker met collega’s door de enorme feestende mensenmassa lopen. Wanneer ik ‘s ochtends door de nog rustige stad naar het hoofdbureau loop kom ik nog een paar beschonken mensen tegen die het de nacht ervoor laat hebben gemaakt.
Rond een uur of acht komt de eerste stroom dagjesmensen op gang. Ze willen vandaag allemaal naar de hoofdstad; voor de vrijmarkt, het feesten en de gezelligheid. Als een tube oranje tandpasta perst het Centraal Station continu een menigte naar buiten. Een prachtig gezicht. De meesten uitgedost met pruiken, hoeden, oranje kleding en een vrolijke stemming. Het zonnetje begint te schijnen, laat de dag maar komen.
Natuurlijk is het niet alleen maar genieten, er is werk aan de winkel. De portofoon kraakt. Er is een jongetje gevonden van ongeveer vijf jaar dat zijn mama zoekt. Even wachten of mama een collega aanspreekt op straat of via 112. Ondertussen uitkijken naar een mama in paniek. Na een poosje kunnen we het jongetje weer bij zijn moeder brengen.
Ontelbare keren spreken mensen ons aan om naar bekende plaatsen te vragen. ‘Waar is het Rijksmuseum?’ ‘Waar is het Leidseplein?’ Niet iedereen heeft zin om in de mensenmassa te navigeren met een telefoon in de hand. In Amsterdam biedt de bovenleiding van de tram dan een goed oriëntatiepunt, om door de massa te navigeren.
Af en toe komen de verkopers van een vrijmarktplaats met elkaar in conflict. Sommigen hebben al dagen van tevoren hun locatie voor Koningsdag gemarkeerd op straat. Komen ze even te laat het bed uitgerold op de 27ste en zit er een andere vroege vogel ouwe meuk te verpatsen. Dat kan natuurlijk niet. Op de feestdag ga je dan even een robbertje vechten om je plek op te eisen tussen de oliebrander uit 1956, vage beduimelde boekjes en retrokleding.
Dan trekt er iemand aan mijn mouw. Het gaat er behoorlijk hard aan toe. ‘Tourist information! Tourist information’, schreeuwt een Engelstalige vrouw in mijn oor. Ze laat mijn mouw niet los, dus ik moet mezelf vol verbazing losrukken. Hoe laat komt de koning, wil ze weten. Tja, die komt dus niet.
Even later wordt er iemand onwel. De persoon blijkt cake te hebben gegeten, waar wat geestverruimende middelen in waren meegebakken. We schakelen medische hulp in. Die laat, helaas, nog even op zich wachten. Vanaf een terras brengt een vriendelijke ober alvast een glaasje sap. Daar knapt de persoon alweer behoorlijk van op. Mijn dag gaat verder.
Twee papa’s die zich met hun kroost door de massa wringen lijken er minder zin in te hebben. Vijf meter voor mij botsen de twee en duwen elkaar. Leuk voorbeeld voor de kinderen! Ik roep de mannen tot orde; ze kijken me aan, om vervolgens weer los van elkaar te verdwijnen in de meute.
Je moet oppassen waar je loopt. Overal ligt er troep op straat. Behalve naar voren kijken, is het zaak om ook het achteloos weggegooide en kennelijk tegenvallende etenswaar te ontwijken. Vanavond is er weer volop werk voor de mensen van de reiniging. En ik weet, morgenvroeg is alles weer spic en span. Toppers!
Dan eindelijk na een twaalf uur durende dienst verzamelen we op het hoofdbureau om te debriefen. Ik word afgelost en kan naar huis. Voldaan zit ik in de tram en stel vast dat ik toch weer een leuke Koningsdag heb gehad.
Reageren
Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.