Direct naar de inhoud

Blog: Klappertanden

blog klappertanden

Achter mij hoor ik de sleutel knarsend in het antieke slot van de toegangspoort omdraaien. Nu zijn mijn collega en ik alleen op dit donkere, afgesloten terrein in de binnenstad.

De beveiliger heeft, op ons verzoek, het zware toegangshek hermetisch vergrendeld. De hondengeleider is jammer genoeg ergens anders bezig. Dus onze eigen neuzen en oren zijn gespitst. Ergens op dit verlaten terrein met zijn leegstaande monumentale panden loopt een man met een mes. Hij heeft net iemand beroofd en kan nergens anders dan hier op dit donkere terrein gevlucht zijn.

Wij besluiten om eerst te onderzoeken of links van ons, ook echt alles dicht is. Het gebouwencomplex stamt uit 1800 en de verf voelt ook zo. Aan de eerste zijde zit alles potdicht. Voorzichtig, terwijl we elkaar vasthouden, lopen we in het donker verder. We willen onze positie niet verraden. Ook willen wij zélf de straatrover aanhouden. En we hebben maar één klein lampje bij ons.

Ineens horen we een krakend geluid bij de deur van een torentje van een van de gebouwen. Een stenen trap in de toren lijkt naar de kelder te voeren. Ik pak een klein lampje uit mijn jaszak en schijn langs de trap naar beneden. Mijn collega is ongeduldiger, pakt het lampje van mij over en daalt af. Stap voor stap. Ik blijf bij de deur staan.

Dat opeens een vloek. De bodem van het torentje is blijkbaar niet van steen of beton. Het is een grote vieze drab. Mijn collega staat er tot aan zijn middel in. Een ontzettend smerige stank komt vrij. Hij heeft van schrik het lampje losgelaten. Het blijft drijven in de drab en het schijnsel geeft een surrealistisch beeld op de muren. Ik ben nu ook afgedaald en met moeite trek ik hem uit de drab omhoog. Dan moet ik ontzettend lachen. Ik wilde namelijk als eerste de trap af, maar hij was sneller met mijn lampje. En kijk nou hoe hij eruit ziet!

De collega vindt het allemaal niet zo leuk. De stank die van hem af komt is niet te harden. Hij staat te springen om iets van de vieze drab af te kunnen schudden. Tegelijkertijd vloekt en tiert hij, omdat we nog steeds onze straatrover niet te pakken hebben gekregen. Dan krijgen we onverwacht hulp van onze ‘politievriend’.  De maan heeft een plekje weten te vinden tussen de wolken en schijnt ons bij. Opeens kunnen we alles op het terrein weer goed onderscheiden. We gaan verder.

Eindelijk is het stil, zo stil als het kan zijn in een grote stad. Dan hoor ik vlakbij een vreemd geluid. In een hoekje, tussen wat groene beplanting, ligt onze man te klappertanden. Hij heeft de geroofde tas stevig tegen zich aangeklemd. Kennelijk is hij bang geworden van onze mislukte torenactie en de modderige collega. Hij kan zich door het maanlicht niet meer ongezien verplaatsen en weet dat wij in de buurt zijn. Als we hem aanhouden, blijkt hij een oude bekende. Mijn collega en ik hebben hem namelijk al eens eerder aangehouden voor straatroof. Het mes heeft hij al weggegooid, maar de geroofde tas met alle spullen erin, kunnen we straks zo weer terugbrengen naar het slachtoffer.                                 

De broek en schoenen van mijn collega konden na afloop worden weggegooid. En wij hadden een verhaal waar we samen nog vaak om gelachen hebben.

Reageren

Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.

  • Stap 1Invoeren(huidige stap)
  • Stap 2Controleren
  • Stap 3Verzenden

Stap 1: Invoeren

Jouw reactie
# tekens resterend