Blog: Julia
Op een doordeweekse ochtend, ik werkte toen nog bij de afdeling verkeer, stuurt de meldkamer mij naar een aanrijding letsel. Met toeters en bellen rijden we in twee auto’s naar het punt waar de provinciale weg ophoudt en de bebouwde kom begint.
Onderweg sluit ook de gewaarschuwde ambulance aan. Op de plaats des onheils ik een grote vrachtwagen stilstaan. De bestuurder zit hoog in de cabine achter zijn stuur, stoïcijns voor zich uit te staren. Voor de vrachtauto ligt een fiets en een meisje op de grond. Ze ligt doodstil. De ambulancebroeder is, net als ik, uit de auto gesprongen en begonnen eerste hulp te verlenen.
De auto van mijn collega’s en mijn auto blokkeren de doorgaande weg voor het verkeer. Alleen het fietspad is nog vrij. Ik zie verschillende fietsers langs het ongeval rijden op weg naar de middelbare school 300 meter verderop.
Door schade aan de fiets en de deuk in de voorkant van de vrachtwagen kan ik het plaatje wel inkleuren. Terwijl de ambulancebroeders vechten voor het leven van het meisje, loop ik naar de vrachtwagenchauffeur. Hij heeft tranen in zijn ogen en kan geen woord uitbrengen. Hij wordt opgevangen door mijn collega’s.
De ambulancebroeders hebben de brancard al uit de auto gehaald en leggen het meisje van een jaar of 14, snel en vakkundig op de brancard. Ik vrees het ergste en ik kijk de mannen in het wit aan. Langzaam schudden zij hun hoofd.
Op dat moment komt er een auto over het fietspad aanrijden. Luid toeterend alsof hij haast heeft en geen zin heeft om om te rijden. De weg is immers afgesloten voor het doorgaand verkeer. Ik stap het fietspad op om de man een stopteken te geven en hem aan te spreken op zijn asociale rijgedrag.
De man trapt boven op zijn rem, en met piepende banden komt zijn auto tot stilstand. Hij stapte uit en begint mijn kant op te rennen. Net als ik de man wil aanspreken schreeuwt hij: ‘Julia…. Julia…. Mijn dochter, mijn dochter!’ En richt zijn armen omhoog.
Ik begrijp dat hij de vader is van het meisje en is geïnformeerd door haar klasgenootjes. Zijn dochter is door het ongeluk ernstig verminkt en ik wil de arme man behoeden voor een beeld dat hij misschien nooit meer van zijn netvlies krijgt. Daarom loop ik naar de man toe en vang hem op. Ik spreek hem bemoedigend toe, maar realiseer me dat het heel slecht kan aflopen.
De ambulancebroeders geven door dat ze naar het universitaire ziekenhuis rijden. Als dat gebeurt, is het meisje er te ernstig aan toe voor het plaatselijke ziekenhuis. Een slecht voorteken.
Samen met de vader rijd ik naar zijn huis. Daar halen we zijn vrouw op en en rijden met z’n drieën naar het ziekenhuis. Onderweg krijg ik hele verhalen over Julia te horen. Ze had hard geleerd voor een toets waarvan ze de leerstof eerst niet begreep. Vol goede moed was ze vanochtend naar school gegaan. “Ik ga een goed cijfer halen” had ze gezegd. Van de gedrevenheid van Julia tot aan haar muziekkeuze, alles kwam voorbij. Terwijl ik rijd, luister ik voornamelijk. In het ziekenhuis aangekomen kregen we te horen dat Julia is overleden. Verdriet is met geen pen te beschrijven. De ouders breken.
Na weer wat tot rust te zijn gekomen, worden we uitgenodigd voor de confrontatie. De ouders moeten hun dochter identificeren. Ze vragen of ik mee wil lopen naar het mortuarium. Natuurlijk wil ik hun steunen en dus ga ik mee. Het is allemaal heel heftig.
Onderweg naar huis gaat het gesprek verder. Julia was de mooiste dochter die er bestond, superlief en super betrokken bij iedereen. Thuis aangekomen zet ik de ouders af. Ze bedanken me hartelijk. De vader tikt nog even tegen mijn autoraam. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat zijn dochter gisteren een mooi liedje had gestreamd dat ze op de radio had gehoord “Show me heaven” van Maria McKee.
Altijd als ik dit liedje op de radio hoor, denk ik aan dit voorval.
Uit getuigenverklaringen bleek dat de Julia plotseling was overgestoken en de vrachtwagen totaal over het hoofd had gezien. Er was geen remmen aan. De vrachtwagenchauffeur, zo bleek uit zijn tachograafschijf, had zich keurig aan de regels gehouden.
Reageren
Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.