Blog: De weg kwijt
Het is een mooie dag, met zo’n 25 graden op de thermometer. We rijden van melding naar melding in een klein dorpje.
Het valt me op dat we er al voor de derde keer naartoe moeten. Zou het door het warme weer komen?
Rustig door de weilanden rijdend en genietend van een mooi uitzicht, zie ik een auto midden op de weg staan. Ik heb het gevoel dat de bestuurder wil keren en waarschuw mijn maatje dat hij moet afremmen. Mijn gevoel klopt, maar de bestuurder stopt midden op de weg en gebaart naar ons. Er is duidelijk wat aan de hand, we zien de onmacht in de ogen van deze man als hij vraagt of wij hem willen helpen.
Zijn moeder van 80 jaar loopt even verderop en wil niet mee naar huis. Ze is zwaar dementerend. Hij is ten einde raad en vraagt ons om zijn moeder te overtuigen om mee naar huis te gaan.
Wij parkeren ons dienstvoertuig en stappen op de vrouw af. Ze begint gelijk te roepen dat die man - haar zoon dus - haar lastig valt. Ze zegt dat deze man haar mee wil nemen, terwijl ze hem helemaal niet kent. Ze geeft aan op weg te zijn naar haar huis op de dijk. Ook zegt ze dat iedereen tegen haar is en dat ze naar de dijk toe moet om de dieren te voeren.
Inmiddels hebben we ook het verhaal van de zoon aangehoord en het ouderlijke huis blijkt al in 2001 te zijn afgebroken. De vrouw woont al twintig jaar in een dorp verderop. De vrouw leeft in het verleden en heeft alle realiteitszin verloren. De zoon zegt geëmotioneerd dat ze eigenlijk niet meer als zijn moeder voelt, sinds ze dement is. Ik zie dat het hem moeite kost en zijn gezicht staat bedroefd.
Wij stellen voor om de vrouw naar huis te brengen. Dat valt nog niet mee. We praten een half uur op haar in, maar ze weigert om bij ons in de auto te stappen. Ze zegt dat de politie niet te vertrouwen is en gaat alleen mee als ze naar haar huis op de dijk wordt gebracht. We besluiten het spel mee te spelen en zeggen dat we haar naar haar huis op de dijk brengen. Voor we zijn uitgesproken zit ze al bij ons achter in de auto. Tijdens de autorit door het dorp herkent de vrouw een aantal dingen en heeft ze er hele verhalen over. We genieten van wat ze ons allemaal vertelt en merken dat ze hierdoor beter benaderbaar wordt.
Op de dijk aangekomen, roept ze dat we hier rechtsaf moeten. Inderdaad zou daar haar huis hebben gestaan. Nu zijn er voetbalvelden. Inmiddels is de zoon ook gearriveerd en staat al op ons te wachten.
Ik zeg tegen de vrouw: “Kijk eens wie we daar hebben, is dat niet uw zoon?”
De vrouw antwoordt: “Krijg nou wat, dat is Piet en die heb ik al twaalf jaar niet gezien”. De vrouw stapt uit en valt Piet in de armen. Piet speelt het spel mee en omarmt zijn moeder. De vrouw is blij dat ze haar zoon ziet. Piet verzoekt zijn moeder om in te stappen, want ze hebben elkaar een hoop te vertellen. Moeder stapt bij Piet in de auto en ze rijden weg.
Mijn collega en ik kijken elkaar aan en zeggen: “Wat een mooi werk hebben wij toch”.
Uiteraard hebben wij samen met Piet de nodige zorg in geschakeld. Piet is tijdelijk bij zijn moeder gaan wonen tot ze werd opgenomen in een verzorgingshuis.