Direct naar de inhoud

Blog: De opname

blog de opname

‘Nogal bars en luid vertelt de vrouw die voor me aan de balie staat dat ze aangifte wil doen. Mensen verderop kijken met verbazing en nieuwsgierigheid naar haar. Ik vraag de vrouw waarvan ze aangifte wil doen. ‘Van mishandeling’, zegt ze resoluut. Al mijn voelsprieten waarschuwen me dat er meer met deze vrouw aan de hand is. Ik stel voor dat we even apart gaan zitten en vraag haar of ze zin heeft in een bakkie koffie. Ze springt op en vrolijk kijkt ze me aan. Daar is ze dus wel voor in. In de aangiftekamer laat ik haar tegenover mij zitten en neem mijn blocnote alvast bij de hand.

‘Kunt u mij vertellen wie u heeft mishandeld?’ vraag ik. ‘Mijn zoon’ zegt ze met een verbeten blik. Ik vraag haar wat hij gedaan heeft. Ze antwoordt dat hij haar bij de arm pakte en naar buiten wilde slepen. Ik vraag ondertussen naar haar ID om te zien wat er allemaal al over deze mevrouw in ons systeem te vinden is. Ik tik haar BSN in en ja hoor. Prrrrrrrrrrrrttt, een waslijst waar geen eind aan komt over alle pogingen van de GGZ om haar opgenomen te krijgen.  Hoe hard ik ook scrol, er komt geen eind aan de lijst.

Ik vraag haar waarom haar zoon haar naar buiten wilde slepen. Ze vertelt dat de GGZ aan de deur was en dat haar zoons haar mee wilden geven. Op de vraag of ze letsel heeft probeert ze een blauwe plek te ontdekken die er niet is. Pijn heeft ze niet. Ik leg haar uit dat hier geen opzet in het spel is, maar een poging van haar zoons om haar met de beste bedoelingen te laten opnemen.

Ze ratelt door. ‘Ik wil niet met ze mee, mijn ex probeert mijn jongens ook al tegen mij op te zetten.’ Ik zeg haar dat als ze nú aangifte doet, ze zeker haar ex in de kaart speelt. Omdat er geen sprake is van opzet en haar zoon haar alleen maar bij de arm had gepakt met de beste bedoelingen, zou ze de jongens zo naar zijn kant op kunnen jagen. Ik zie dat ze achter in haar stoel zakt. ‘Ja’ zegt ze, ‘daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht.’ Vervolgens is ze diep in gedachten.

Ik laat haar even nadenken en vraag dan: ‘Wat wil je nu van ons?’ Ze komt naar voren en zegt resoluut: ‘Nou! Ik wil opgenomen worden!’ Ik zak bijna in elkaar van verbazing, terwijl ik denk aan die lijst die ik heb gezien. Prrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrt gaat het door mijn hoofd. Ik krijg voor elkaar wat de GGZ telkens niet lukte en het was ook nog eens haar eigen keuze.

‘Ga ik voor je regelen’, zeg ik tegen haar. ‘Zet ik je even in de wachtkamer met een bak koffie en dan ga ik bellen.’ Gehoorzaam gaat ze in de wachtkamer zitten terwijl ik op de vrijdagmiddag probeer iemand te bereiken van de GGZ. Haar contactpersoon neemt niet op. Er komt geen enkele reactie. Ondertussen vraagt de vrouw af en toe of ik al iemand heb bereikt. Ze blijft gelukkig nog in de buurt en afwachten. Na nog een paar keer bellen krijg ik eindelijk de juiste persoon aan de lijn. ‘Deze mevrouw had al lang opgenomen moeten worden. We komen eraan’, is het antwoord.

Binnen tien minuten staat de GGZ-medewerker voor de balie. Ik wijs de vrouw aan en ze gaan met elkaar in gesprek. De vrouw blijft gelukkig heel rustig en gaat uiteindelijk met de mevrouw van de GGZ mee. Ik ben nog steeds verbaasd hoe enthousiast en volgzaam ze werd nadat ik zei dat ik een opname voor haar ging regelen.

En verder denk ik alleen: prrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrtttt. Maar ik heb het voor elkaar. Wat heb ik toch mooi werk!'

Reageren

Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.

  • Stap 1Invoeren(huidige stap)
  • Stap 2Controleren
  • Stap 3Verzenden

Stap 1: Invoeren

Jouw reactie
# tekens resterend